Nederland zit graag met pa of ma, partner of goudvis op de bank


foodaward
Christmas holiday decoration with branches of tree and garland on transparent background. Vector.

Door: Ruurd Hielkema, senior research consultant Motivaction

We vieren in Nederland wat feestdagen af, zo staat Kerstmis alweer voor de deur. De coronapandemie heeft echter gevolgen voor ons feestgedrag en de -bestedingen. Waar meer Nederlanders de polonaise dit jaar in hun eentje liepen en tijdens Sinterklaas gezelschappen bijna halveerde, profiteerde kleinere feestdagen als Valentijnsdag en Dierendag juist.

Nederland telt elf officiële feestdagen. Liefst acht daarvan hebben hun wortels in christelijke grond. Dat is behoorlijk achterhaald in een ontzuilde samenleving als de onze. Een echte officiële dag van de vrijheid of een dag waarop de democratie wordt gevierd, zouden een welkome aanvulling zijn op ons repertoire. Of een vervanging van onderdelen daarvan. Maar stroperige wetgeving en starre denkkaders staan dat in de weg. Want al heeft half Nederland geen flauw benul van wat we met Pinksteren vieren, die twee vrije dagen willen we natuurlijk niet kwijt.

Economie en weer bepalend

De Feestdagen Monitor van Motivaction discrimineert niet op officieel of officieus, laat staan op christelijk of seculier. Het onderzoek brengt al een decennium lang consequent de viering van de belangrijkste feestdagen in Nederland in kaart, inclusief de manier waarop dat gebeurt. Bestudering van de grote berg aan data leert dat de meeste feestdagen tot begin 2020 een stabiel tot licht stijgend aantal ‘vierders’ kennen. Externe factoren die van invloed zijn op het vieren en de invulling daarvan blijken bij een eerste analyse vooral de economische omstandigheden en het weer. Financiële bezorgdheid kan leiden tot meer ingetogenheid of juist, als ‘escape’, tot extra uitbundigheid. Hoogconjunctuur jaagt de hoogte van de bestedingen sowieso aan. De invloed van het weer is soms nog veel groter. Koningsdag floreert bij mooi weer, waardoor het bezoeken van een vrijmarkt fluctueert van rond de 40 tot bijna 60 procent. Op zonnig Pasen 2020 stond 17 procent van de vierders te barbecueën, een jaar later was dat in de kou en regen 4 procent. Er werd stevig gegourmet, dat dan weer wel.

De polonaise in je ééntje

En toen kwam COVID-19. Waar de cijferreeksen tot 2020 vrolijk stemmend zijn met vooral logische ontwikkelingen, gooit de coronapandemie alles in de war. Koningsdag en carnaval zijn bij gebrek aan viering nauwelijks meer te meten. Bij andere feestdagen wordt de trendlijn abrupt doorbroken, bijvoorbeeld als het gaat om de omvang van het feestgezelschap. Bij het Suikerfeest en met Kerstmis daalt dit van gemiddeld vijftien aanwezige personen in een iets verder verleden naar niet meer dan vijf à zes in de laatste edities. Tijdens Sinterklaas 2020 halveert het gezelschap bijna: van acht naar vijf personen. Vooral tweedegraads familieleden en vrienden zijn niet meer welkom: de vieringen worden intiemer en vinden vaker thuis plaats. Een logisch gevolg is ook dat grotere groepen mensen de verschillende feestdagen alleen vieren, ook Valentijnsdag (8 procent) en zelfs carnaval (9 procent). De polonaise in je eentje lopen, sneuer kan haast niet.

Profijt van corona

Sommige kleinere feestdagen hebben juist níet te lijden van het virus. Zo wordt Valentijnsdag meer dan ooit gevierd. Het aantal thuis genoten maaltijden verdubbelt ruimschoots: van 22 procent in 2020, nog net vóór corona, naar 49 procent dit jaar. De gemiddelde waarde van het cadeautje stijgt van 26 naar 40 euro en per saldo besteedt 
15 procent meer geld dan in 2020.  
Ook Dierendag beleeft hoogtijdagen, met meer liefhebbers en bestedingen die navenant plussen: van 10 tot 12 euro vóór corona naar 15 euro in de afgelopen twee jaar. Met 35 procent vierders is dat toch een stevige omzetplus. Moederdag en Vaderdag blijven het in deze onzekere dagen eveneens goed doen. 
Kortom, de consument stelt kennelijk duidelijke prioriteiten en zit graag met pa of ma, partner of goudvis op de bank.

Over de toekomst

Onder druk wordt alles vloeibaar, ook de manier waarop we onze feestdagen invullen. Toch verwachten we op termijn een terugkeer naar de patronen van vóór corona, misschien nog wel een tikkeltje uitbundiger. De grote, klassieke feestdagen krijgen hun oude status terug. De kleinere, zoals Halloween, Valentijnsdag en Dierendag, groeien door. Want consumenten willen, officieel en officieus, het leven vieren – zeker in de nasleep van een ongekende pandemie. 

De vier belangrijkste feestdagen
Kerst is de meest populaire feestdag in Nederland. Standaard vieren negen op de tien Nederlanders Kerstmis; in 2020 zijn dat er door corona zo’n 5 procent minder. Normaal wordt het feest, verspreid over meerdere dagen, gevierd met zo’n vijftien anderen. In 2020 blijft daar een derde van over. De helft houdt het bij één dag, de andere helft viert het twee of meer keren. Vóór corona is de horeca goed voor zo’n 10 tot 12 procent van de vieringen, in 2020 is dat nul met een stevige daling van de totale bestedingen als gevolg.

Oud en nieuw wordt gewoonlijk door ruim acht à negen op de tien Nederlanders gevierd.De daling in 2020 naar 70 procent is dan ook spectaculair en pijnlijk; het aantal ‘alleen-vierders’ verdubbelt naar 4 procent. Normaal gesproken zoekt zo’n 40 procent op deze dag zijn heil elders: oudejaarsavond wordt steeds meer een feest dat je bij vrienden of familie viert. Het jaar 2020 kenmerkt zich als een verplicht thuiszit-jaar, met een zeer forse daling van de bestedingen als gevolg.   

Hoewel vier op de tien Nederlanders Moederdag ‘commerciële onzin’ vinden, is het de op-twee-na meest gevierde feestdag in Nederland, een feest ook dat vaak drie of zelfs meer generaties verbindt. De pandemie raakt de viering nauwelijks. Bloemen (32 procent) en een Moederdag-maaltijd (23 procent) zijn de meest gekozen cadeaus, de bestedingen gaan jaar na jaar omhoog.

Pasen is Kerstmis in het klein. Het aantal vierders stijgt tot 2020 gestaag, met 70 procent als voorlopig eindresultaat. In het eerste coronajaar blijft daar 58 procent van over, in het tweede is dat al weer 64 procent. De paasgezelschappen werden de afgelopen jaren veel kleiner, het aantal paasontbijten en brunches verdubbelde, en dat alles veel vaker thuis en veel minder vaak bij (schoon)familie. 14 procent besteedde in 2021 per saldo minder geld aan Pasen dan in het jaar daarvoor. Paasploeteren dus.

Hoeveel Nederlanders vieren de verschillende feestdagen? * Per feest de laatst gemeten editie

Kerstmis (2020)87%
Oud en nieuw (2020)70%
Moederdag (2021)65%
Pasen (2021)64%
Vaderdag (2021)56%
Sinterklaas (2020)50%
Koningsdag (2019)50%
Dierendag (2021)35%
Pinksteren (2018)33%
Valentijnsdag (2021)31%
Carnaval (201922%
Halloween (2021)21%
Suikerfeest (2021)9%

Heb je bij de laatste viering meer, evenveel of minder besteed in vergelijking met de voorgaande?  * Saldo meer vs. minder

Halloween (2021)+16%
Valentijnsdag (2021)+15%
Pinksteren (2018)+10%
Dierendag (2021)+9%
Moederdag (2021)+4%
Vaderdag (2021)+1%
Sinterklaas (2020)-1%
Carnaval (2019)-2%
Suikerfeest (2021)-4%
Kerstmis (2020)-7%
Koningsdag (2019)-13%
Pasen (2021)-14%
Oud en nieuw (2020)-35%

Over de Feestdagen Monitor
Vanaf 2012 brengt Motivaction de viering van de belangrijkste feestdagen in kaart. Dit gebeurt direct na de betreffende dag, zodat feitelijk en niet voorgenomen gedrag gemeten wordt. 
Het veldwerk gebeurt online, bij landelijk representatieve steekproeven van tenminste n=1.500 personen tussen oorspronkelijk 18 en 70, inmiddels 18 tot 80 jaar.